www.LUTHER.de
deutsch english
nederlands magyarul

Legenden en anecdoten
rond Luther
Informatie over de tijd,
waarin Luther leefde
De lebensloop van Luther
Luthers Geburt, Kindheit, Schule
Luther als Mönch und Professor
Der Thesenanschlag und die Folgen
Luther wird gebannt
Luther auf dem Reichstag zu Worms
Luther auf der Wartburg
Luthers Rückkehr nach Wittenberg; Der Bauernkrieg
Luthers Hochzeit mit Katharina von Bora
Luthers letzte Jahre und sein Tod
Informatie over de mensen
in Luthers omgeving
Activiteiten, literatuur,
Internet

Het aanslaan van de stellingen en de gevolgen (1517-19)

De voorgeschiedenis

Sedert 1514 is Luther niet alleen hoogleraar in de theologie aan de universiteit van Wittenberg, maar ook predikant in de Stadskerk van Wittenberg. daarmee heeft hij ook voor het "zieleheil" van zijn gemeente te zorgen.

Tetzels aflaatverkoop Hij moet echter vaststellen, dat veel mensen uit Wittenberg niet meer bij hem komen om te biechten, maar in plaats daarvan naar de Brandenburgse of Anhaltse steden zoals Jüterbog of Zerbst reizen, om daar aflaatbrieven (vooral de Petrusaflaat ->Aflaatverkoop) te kopen.

De praktijk van de aflaatverkoop, die als het ware in de plaats van de biecht kwam, en waarmee men voor zichzelf het zieleheil kon kopen, is volledig in strijd met Luthers overtuiging. Hij gelooft er immers vast in, dat ieder mens zich levenslang in ootmoed behoort toe te vertrouwen aan Gods genade.

De handel met aflaatbrieven neemt vooral sedert het jaar 1507 dramatisch toe, omdat de Curie in Rome en bisschop Albrecht van Brandenburg, aan wie in Duitsland de aflaathandel is opgedragen, in steeds groter geldnood raakten.

Daarbij komt nog, dat de Dominicanermonnik Johan Tetzel, welke in Anhalt en Brandeburg de aflaten verkocht, als een marktkoopman zijn "werk" doet en dat over het laatste ook veel verhalen in omloop raken. Zo wordt verteld, dat men bij Tetzel ook de zonden van mensen die al gestorven waren kon laten uitdelgen.

Ook uitspraken van Tetzel, zoals "Als het geld in het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt", riepen bij Luther protesten op.

Het "aanslaan van de stellingen" op de 31e oktober 1517

De deur met de stellingen in WittenbergReeds voor de 31e oktober 1517 heeft Luther zich in preken tegen de aflaathandel uitgesproken. Maar op deze dag schrijft hij, nadat hij een geschrift met richtlijnen voor aflaathandelaars gelezen heeft, aan zijn kerkelijke meerderen. Hij hoopt daarmee deze misstand te kunnen opheffen. Aan de brief voegt hij 95 stellingen toe, die als uitgangspunt voor een dispuut over dit onderwerp moesten dienen.

Dat Luther op de betreffende dag zijn stellingen met luide hamerslagen op de deur van de Slotkapel te Wittenberg gespijkerd zou hebben, behoort waarschijnlijk tot het rijk der legenden (Het verhaal van het aanslaan van de stellingen).

 

De Slotkapel in Wittenberg

De reacties

Luther heeft de stellingen buiten de bisschoppen slechts aan enkele vrienden gestuurd. Daarom verwacht en krijgt hij ook niet meteen een reactie. Toch zijn reeds op het einde van het jaar 1517 gedrukte exemplaren van de stellingen in Leipzig, Nürnberg en Basel in omloop. Er is zowel sprake van een stormachtige bijval van de kant van de humanistische geleerden, als ook volledig afwijzing uit vele hoeken van de Rooms katholieke Kerk. Maar vooral van de kant van de meest bekritizeerde aflaatprediker Tetzel, die zelfs dodelijke bedreigingen in de richting van Luther geuit moet hebben en hem reeds "in navolging" van de tot ketter veroordeelde Johannes Hus op de brandstapel wenst te zien.

De bisschoppen reageren echter voorlopig nog niet drastisch. Ze berichten de paus over de "opstandeling" in de eigen gelederen en doen een beroep op de directe meerderen van Luther matigend op de rebel in te werken. De door Luther aangekaarte fouten erkennend, begroeten enige bisschoppen zelfs aanvankelijk de voorstellen tot hervormingen.

De gebeurtenissen tot 1519

Luther ziet zich door de groeiende druk genoodzaakt zijn stellingen door verdere geschriften nader toe te lichten en te verduidelijken. Hij zelf uit zich in het jaar 1518 met het verweer, dat hij met de stellingen alleen maar een misstand wilde opruimen en niet het hele pausdom uit zijn voegen wilde lichten.

Toch is de lawine nu niet meer te stuiten. De Curie reageert drastisch op de vermeende ketter: In 1518 wordt in Rome het proces tegen deze ketter geopend. Dit blijft echter rusten omdat het land met de regeling van de opvolging van de overleden keizer Maximilianus bezig is. Na de keuze van karel V tot keizer wordt de strijd tegen Luther en zijn aanhangers echter voortgezet.

Copyright(c) KDG Wittenberg 1997
Copyright(c) KDG Wittenberg 1997